Jar crochet pattern/ pot omhaken met patroon

Rondhaken doe je zo: 6 lossen sluiten met een halve vaste (ring).

Toer 1: Haak 3 lossen voor het eerste stokje en haak nog 11 stokjes in een ring, toer sluiten met halve vaste (12)
Toer 2: Haak 3 lossen voor het eerste stokje, haak een stokje in de halve vaste en haak 2 stokjes in alle overige steken, sluit de toer met een halve vaste (24)
Toer 3: Haak 3 lossen voor het eerste stokje, haak in iedere 2e steek 2 stokjes, toer sluiten met een halve vaste (36)
Toer 4: als hierboven, maar haak in iedere 3e steek 2 stokjes (48)
Ga zo verder, in elke toer worden 12 stokjes bij gemeerderd. Afhankelijk van de grote van het potje. ( zorg ervoor dat het net iets kleiner is dan de bodem van het potje zodat het mooi strak komt te zitten.

Nu ga je omhoogwerken:

Toer 5: Haak 3 lossen (1^e stokje), haak in elke volgende steek één stokje.             

Toer 6: Haak 3 lossen (1^e stokje), haak in elke volgende steek één stokje 11.  Of haak 3 lossen (1^e stokje), 1 stokje, 2 lossen, 2 steken overslaan, 2 stokjes, 2 lossen, enz                                   

Toer 7: Haak 3 lossen (1^e stokje), haak in elke volgende steek één stokje ( deze toer eventueel overslaan als je niet zo’n hoog potje hebt)                                                                                       

Toer 8: Haak in elke steek één vaste en sluit met een halve vaste.                                                        

Toer 9: Haak 8lossen (1^e boog), haak één vaste in de 5^e steek van de vorige toer. Haak op deze manier de lossenboogjes. Sluit de toer met een boogje van 4 lossen en een dubbel stokje in de 1^e vaste van dezelfde toer. Nu zit je weer in het midden van het boogje.                                  

Toer 10: Herhaal toer  9                                                                                                                   

Toer 11: Herhaal toer  9 ( het aantal toeren 9 is afhankelijk van de hoogte van het potje, het rekt mooi uit en zorg dat het strak gespannen wordt.)                                                                           

Toer 12: Haak 4 lossen (1^e boogje), haak één vaste in het midden van de boog van de vorige toer. Haak op deze manier de rest van de lossenboogjes.                                                                      

Toer 13: Haak 4 vasten in de lossenboog, 1 vaste in de vaste van de vorige toer. Herhalen tot het einde van de toer.                                                                                                            

Toer 14: Haak elke 5^e en 6^e samen (indien nodig)                                                                                   

Toer 15: Rand voor een lintje: 3 lossen, 1stokje, *losse(steek overslaan), 2 stokjes* eindigen met halve vaste.

Toer 16: Sierrandje bijv. Sla 1 steek over, haak 5 stokjes in dezelfde steek, sla nogmaals één steek over, haak een halve vaste in de volgende steek. Dit herhalen tot het eind van de toer (komt niet helemaal uit, ik heb een beetje gesmokkeld).